Met mijn zoon, een universeel gerichtberichtgedicht aan... magistraten...

 

liegen en bedriegen...

waken in waarheid...

 

ik heb gelogen

en ik haast me

dat te verbergen

jij was immers fout

jouw stijl stond mij niet aan

het moment was niet zo goed

ik geloofde de ander toen ook

 

ik heb gelogen

want het klonk zo mooi

die aanval op jou,

de slechtheid als kledij rond jou

je intelligentie mocht niet zijn

je schoonheid was zo slecht

je sterkte was zo zwak

je hoogte was zo diep

je stilstaan betekende schuld

 

ik heb gelogen...

maar ontdekte stuk bij stuk

dat ik de waarheid niet horen wou

ik loog opnieuw

omdat ik niet betrapt wou worden

dat ik de leeggelover was

dat ik de praatjesmaker leuk vond

dat ik sensatie wou

ik geloofde de leugen

omdat jij sterker was

omdat jij bij jouw visie bleef

omdat ik me daardoor aangevallen voelde

 

ik verborg de leugen

toen in ontdekte dat het

toch niet was als mij gelogen was

omdat ze mij nodig hadden

om hun leugen goed te praren

ik verborg de leugen

omdat in de machten had

om dat te doen

ik verborg de vraag

om de doofpot te laten werken

en jou het zwijgen op te leggen

ik verzwolg mijn geweten

met valse vrede

met laffe luxe

met weelderige weddes

terwijl jij creveerde

en geen geld meer had

...

 

ik dacht te kunnen winnen

maar raakte verstrikt in wat ik pakte

dat niet van mij was

ik dacht oneerlijk te kunnen blijven

en dat de waarheid zwijgen zou

ik dacht te kunnen leven

op de valse grond

onder een vals plafond

ik wist niet dat dag na dag

de nacht de waarheid brengen zou

en tijd mij ziek kon maken

zo ziek als leugens zijn

zo kankerig als kankers zijn

 

ik zag zo veel te laat

dat ik wel weer dat ware woord wil zijn

bij elke dag die slijt en glijdt

bij elk woord dat waait en draait

bij elke pijn die laait en graait

bij elke haan die 1 tot 3 keer kraait

 

het wordt mij duidelijk ook

 

dat van dit gedicht

misschien,

heel misschien voordien,

of veel veler nog nadien,

die kleine ‘ik’ en ‘jij’

net ‘jij’ en ‘ik moet zijn

 

sinds mijn doodservaring toen

of na de jouwe nu en straks

sinds jouw (on)geloof van vroeger

of na het mijne nu en hier

vraagt ons... ene Bog+o+God

of... een andere (bet)weter+wie+weet+wie

om te starten met stoppen

met meer nog meer te liegen...

 

al ging de leuke lage lasterleugens

nog zo snijdend snukkend snel

maar wat ontwortelt, ontwart ook en ontwaart:

de waarheid achterhaalt die leugens wel

 

ik nie wil ik nie mag ik nie kan

ofte

u nie nu?

 

straks sterf ik

maar dus heb ik

nog een kans

 

straks sterft u

en hebt u dus

nog

een allerlaatste kans

 

+je

Gevangenisperiode 2019, net voor mijn 30 jarige huwelijk